Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin "Ezelsrugboog": blz. 89, 165 ("boog waarvan de beide delen licht in- en uitgezwenkt zijn en bij hun snijding een spits vormen. Zie tekening boog en pinakel" - dit is de relevante tekst volledig), 353
- Tolboom, H.J., Venstertraceringen in Nederland. Deel in de serie 'Restauratievademecum, RV-bijdrage' nr 18. Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 's-Gravenhage (Sdu-Uitgeverij), 1998. [111 blz. ISBN 90.12.08605.1]. Hierin "Ezelsrugboog", "Kielboog": blz. 73 ("Ezelsrugboog: zie kielboog", 74 (bij de tekening staat "Ezelsrugboog"), 75 ("Kielboog: boog waarvan de lenden tot ongeveer halverwege vanaf de aanzethoogte convex verlopen, daarboven concaaf. De lenden komen samen in een scherpe punt. Een accoladeboog is een zeer gedrukte kielboog, terijl een ezelsrugboog juist een meer uitgerekte vaiant is" - dit is de relevante tekst volledig)
Naturstein-Lexikon. Für Handwerk und Industrie. Werkstoff, Werkzeuge und Maschinen, Wirtschaft und Handel, Gestaltung und Techniken von der Antike bis heute. Redactie: Günther Mehling. München (Callwey), 19934e druk/1e druk 1981. [668 blz. ISBN 3.7667.1054.0]. Hierin "Hoher Karniesbogen oder Eselsrücken": blz. 71